Fietsen is in, zo lijkt het. We zien de deelfietsen overal in Regio Rivierenland en Vlaanderen opduiken. Collega’s die een pendelafstand van meer dan 10 kilometer afleggen met hun (elektrische) fiets, ze zijn geen uitzondering meer. Ook het tellen van fietsverplaatsingen krijgt recent steeds meer aandacht. We doken in de cijfers van fietstellingen voor Rivierenland en waren verrast.
Steeds meer fietstellingen
Er worden steeds meer fietstellingen uitgevoerd. Over heel Vlaanderen staan fietstelpunten die het fietsverkeer doorlopend meten. De Vlaamse provincies bundelen deze gegevens op één interactieve kaart: het dashboard Fietsflow. Daar vind je momenteel de permanente tellers van de provincies, het Agentschap Wegen en Verkeer en andere overheidsinstanties. Dat is een lovenswaardig initiatief, want automatische fietstellingen geven gemeenten een inkijk geven in de verkeersstromen.
In Regio Rivierenland is het aantal telpunten de voorbije drie jaar meer dan verdubbeld: van 8 in januari 2022 tot 19 eind 2024. Vooral in Mechelen en Lier wordt er meer geteld.
Steeds meer fietsen?
Wanneer je meer fietstellingen uitvoert, kan dat verkeerdelijk de indruk geven dat er meer fietsen rondrijden. Om die misvatting te vermijden – en omdat we echt willen weten hoeveel er gefietst wordt – haalden we de cijfers per maand per telpunt op. Daarvan maakten we een gemiddelde per gemeente. Er kunnen fouten zitten op deze berekening omdat fietstelpunten niet elke dag van de maand in werking zijn, maar dit geeft een benadering.

Uit deze manier van tellen blijkt dat er in 2023 een dip was in het aantal getelde fietsen. Met 34.515 tellingen gemiddeld per telpunt per maand, was 2022 een topjaar . In 2023 daalde dit gemiddelde aantal met zo’n 25%. In 2024 was er dan weer een herstel met 11%. De daling tussen 2022 en 2024 blijft echter 18% bedragen.
Verband tussen aantal telpunten en fietstellingen?
Blijkt uit fietsdata dat er in 2024 minder gefietst dan in 2022? Er is immers een verband tussen het aantal telpunten en het aantal getelde fietsen. De oudere telpunten staan uiteraard op de toplocaties, vaak op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, de fietssnelwegen, zeg maar. De extra locaties daarentegen zijn misschien minder drukke punten. Om dat te controleren, keken we naar de resultaten van toplocaties.
Op de absolute toplocatie van de regio, Duffel – Onze-Lieve-Vrouwlaan/Netebrug, was er in 2023 even druk fietsverkeer als in 2022. Dat lijkt de hypothese van de toplocaties te bevestigen. In fietsmonitoring op een andere toplocatie, Mechelen – Brusselsepoortstraat, is in 2023 wel een duidelijke dip vast te stellen. Dat kan te maken hebben met werkzaamheden in de omgeving. Die dip is met -17% ook minder groot dan de -25% die over de hele regio vastgesteld werd.
Toch is de invloed van de locaties waar geteld werd waarschijnlijk niet de oorzaak van de dip in 2023. De meeste bijkomende telpunten werden immers pas in 2024 actief. De dip in 2023 was dus waarschijnlijk een echte dip. Hij is duidelijk te zien in de onderstaande grafiek, die de gemeenten met het meeste fietsverkeer weergeeft. Globaal kunnen we spreken over een stagnatie.

Besluit
De fietstellingen in de Regio Rivierenland laten dus geen groei zien. Toch bieden ze een waardevolle basis om het fietsverkeer steeds nauwkeuriger in kaart te brengen. Dat geeft steden en gemeenten de kans om doelgerichte acties te ondernemen. Zo kunnen ze fietsen aantrekkelijker maken. De cijfers onderstrepen één duidelijke boodschap: als we écht willen dat meer mensen de fiets verkiezen, is een blijvende en doordachte inzet cruciaal. Laten we blijven investeren in een fietsvriendelijke toekomst!
