Op 24 februari 2021 organiseerde IGEMO een webinar rond het thema “deelfietsen als klimaatoplossing”. Deze digitale workshop kaderde binnen de projecten MOVE en PentaHelix. De bonte groep van deelnemers aan de workshop (bedrijven, burgerorganisaties, lokale besturen,…) bewees dat er binnen de regio Rivierenland enorm veel positieve energie stroomt rond deelfietsen. De combinatie van (deel)fietsen en openbaar vervoer biedt immers één van de beste manieren om af te stappen van de private auto en, op die manier, klimaatverandering te bestrijden. De bereidheid om daarvoor de handen in elkaar te slaan was bij de deelnemers van de workshop groot.

Essentiële factoren voor de combinatie deelfietsen-openbaar vervoer

  • Lage drempels – De reiziger uit haar of zijn tweede of derde wagen krijgen, is zeker mogelijk. Tenminste, zolang een fietsdeelsysteem betaalbaar, simpel en flexibel is. Financiële en psychologische drempels moeten laag zijn, over de grenzen van gemeentes en regio’s heen.
  • Veiligheid op elk moment van de reis Dit geldt van de inrichting van de openbare weg over het onderhoud van de deelfietsen zelf tot de aanwezigheid van veilige en afsluitbare stallingen aan knooppunten van het openbaar vervoer.
  • De toegankelijkheid van het openbaar vervoer is héél erg belangrijk. Haltes voor deelfietsen moeten zo goed mogelijk aansluiten op haltes van het openbaar vervoer.
  • Deelfietsen zijn een deel van de oplossing, maar niet overal en voor iedereen.
  • Bij toerisme binnen en naar de regio Rivierenland zit veel potentieel voor deelfietsen. Dit potentieel moet nog verder onder de loep genomen worden.
  • In vergelijking met bijvoorbeeld Nederland staat Vlaanderen nog maar aan het begin van de “deelcultuur”. Promotie en communicatie versterken deze deelcultuur en de nodige discipline, die hiermee gepaard gaat.
  • Lokale besturen spelen een belangrijke rol binnen het concept van deelfietsen, maar ook bedrijven en verenigingen hebben er belang bij dit te steunen en versterken.
  • Sterke partnerships zijn mogelijk – in de “war for talent” halen bedrijven economisch voordeel bij investeringen in deelfietsen en een aansluiting op het openbaar vervoer. Lokale besturen kunnen samenwerkingen tussen ondernemingen stimuleren.
  • Afstemming tussen overheden leidt tot een eenduidig systeem, dat verwarring bij de gebruiker vermijdt. Zo kan het potentieel van deelfietsen snel groeien.
Elektrische deelfietsen bij het station van Bornem.
Elektrische deelfietsen bij het station van Bornem.

Ons webinar rond deelfietsen samengevat

250 deelfietsen voor de regio Mechelen

De eerste spreker van het webinar was Saadet Gülhan, Schepen van Mobiliteit van Bornem, evenals voorzitster van de Vervoerregio Mechelen. Ze legde uit dat het Vervoerplan voor de regio, dat eind november 2020 werd goedgekeurd, vooropstelt dat meer dan 250 deelfietsen ter beschikking zullen staan op meer dan 20 knooppunten. De bedoeling is dat deze deelfietsen dienen voor natransport bij verplaatsingen met het openbaar vervoer. Het gaat daarbij om verplaatsingen die reizigers occasioneel maken. Zo dragen deelfietsen bij tot de “modal shift” naar duurzame mobiliteit.

Het publiek toonde zich bezorgd over het overschrijden van de grenzen van de vervoerregio, de uniformiteit van systemen voor deelfietsen van verschillende vervoerregio’s en de inpassing in “Mobility as a Service” (MaaS). Deze bezorgdheden bleken echter ongegrond, aangezien de Vlaamse Overheid middels haar aanbesteding hieraan tegemoet komt.

Proefproject met deelfietsen in de Westhoek

Margo Swerts van streekintercommunale WVI deelde het relaas van een proefproject met deelfietsen in de Westhoek. Lokale fietsenhandelaren leveren fietsen, voorzien van een slim slot (met GPS en koppeling aan een mobiele app) van deelfietsaanbieder Mobit. De intelligentie van het slot is interessant om te weten hoe en waar de gebruiker de deelfiets gebruikt. Daaruit zijn lessen te trekken voor de verdere ontwikkeling van het fietsdeelsysteem.

Er werd in de Westhoek gestart met een “back to many”-systeem, waarbij 60 fietsen verdeeld werden over zes stations. Al gauw kwamen er vragen om het systeem uit te breiden naar andere locaties. Daartoe diende WVI meer fietsen in roulatie te brengen. Nu zijn er al 23 stations met 120 fietsen. Een belangrijke uitdaging was de inkanteling van het regionale systeem van deelfietsen binnen het vervoer op maat. Even bestond het risico dat er twee systemen naast elkaar zouden bestaan. Gelukkig is dat risico door goed overleg afgewend.

Deelfietsen zijn slechts een deel van de oplossing

Stefan Stynen, voorzitter van TreinTramBus, kaderde de aansluiting van fiets en openbaar vervoer wat ruimer. De plaats van fietsdelen binnen dat verhaal: het biedt een goede oplossing voor minder regelmatige gebruikers. Een absolute voorwaarde is dan wel dat stations veilig bereikbaar moeten zijn met de fiets.

De reiziger moet bij het plannen van een trip zeker weten dat er een fiets beschikbaar zal zijn. Hij moet die liefst ook kunnen reserveren. Het is immers niet bemoedigend om een treinreis aan te vatten zonder te kunnen rekenen op natransport wanneer men van het perron stapt. Niet elke reiziger kan trouwens fietsen. Daarom zijn deelfietsen maar een deeltje van de oplossing voor vervoer op maat.

Deelfietsen op maat van een bedrijf

Deelfietsen hebben sinds drie jaar een plaats gekregen in de mobiliteitsstrategie van Pfizer. Mobiliteitscoördinator Griet Dillen vertelde ons dat de deelfietsen bij Pfizer er zijn gekomen op vraag van treingebruikers, voor wie de kilometers na het treintraject een probleem vormen. Sommigen hadden een eigen fiets aan het station, maar occasionele treingebruikers niet. Eerst werd begonnen met een aanbod aan elektrische deelfietsen bij vier stations: Puurs, Temse, Bornem, Ruisbroek. Dat bleek succesvol. Naderhand is dit aanbod aangevuld met tien gewone fietsen bij station Puurs. Er zijn nu 150 werknemers die gratis gebruik maken van dit systeem. Zij worden wel gewezen op hun rechten en plichten. Zo is een reservatie nodig en wie ’s ochtends een fiets neemt in een treinstation moet die daar ’s avonds ook terugzetten.

De batterij opladen gebeurt bij Pfizer. Fiets en batterij zijn immers diefstalgevoelig. De sensor in het slot geeft een melding wanneer de fiets beweegt zonder dat hij ontgrendeld is. Verder is ook voorzien in een extra kabelslot voor de elektrische fietsen. Schade melden de werknemers zelf via de app van Mobit. Het lokale maatwerkbedrijf Flexpack staat in voor de opvolging en het onderhoud. Die samenwerking verloopt vlot en zo zorgt Pfizer ook voor werk in de sociale economie.

Je deelfiets parkeren bij het station

Wout Baert van Fietsberaad gaf toelichting bij de voorwaarden, waaraan fietsenstallingen moeten voldoen om de overstap trein-fiets te vergemakkelijken. Daarin is nog groeimarge, wanneer we Vlaanderen met Nederland vergelijken. Bij de situering van de stalling is een veilige en directe fietsroute cruciaal. Vooral de verschillende passantenstromen goed ontvlechten is in een stationsomgeving een uitdaging. Grote stallingen vragen om bijkomende dienstverlening en toezicht. Diefstalveiligheid én voldoende ruimte, ook voor buitenmaatse fietsmodellen, zijn daarom belangrijke ontwerpeisen.

De Europese projecten achter het deelfietsen

PentaHelix

PentaHelix is een Horizon 2020-project, waarin IGEMO voor zeven gemeenten in de regio Rivierenland klimaatactieplannen opstelt en uitvoert, in samenwerking met belanghebbenden. We organiseren lokale stuurgroepen met burgers, bedrijven, verenigingen, onderzoekers en lokale besturen. Samen bepalen ze acties, die een positieve impact hebben op het klimaatbeleid in de gemeente. Het gaat dan uiteraard over mobiliteit, maar ook over acties rond wonen en renovatie, hernieuwbare energie, groenblauwe netwerken, duurzaam ondernemen en lokale circulaire consumptie.

In Vlaanderen past ook de West-Vlaamse intercommunale WVI de PentaHelix-methodiek toe, net zoals partners in Spanje, Kroatië, Letland en Noorwegen. Op de website vindt u meer informatie, zoals een klimaatforum, waarop u “best practices” en uitdagingen rond het opstellen en uitvoeren van lokale klimaatmaatregelen kan delen met Europese stakeholders. U vindt er bovendien een bibliotheek met interessante documenten, zoals een klimaatcommunicatiegids, een stappenplan om de PentaHelix-methodiek te implementeren en een hele reeks klimaatactieplannen uit andere landen. Verder heeft PentaHelix een interessante nieuwsbrief, evenals eigen sociale mediakanalen (LinkedIn, Facebook en Twitter).

MOVE

MOVE staat voor Mobility Opportunities Valuable to Everybody en is een project voor duurzame mobiliteit binnen het Europese North Sea Region programma. Als Belgische partner leidt IGEMO het project in regio Rivierenland gedurende vier jaar (2018-2022). Via co-creatie pakt IGEMO de uitdaging aan om hedendaagse, toekomstgerichte mobiliteitsinitiatieven zoals fiets- en autodelen naar rurale en voorstedelijke gebieden te brengen. Om dat aan te pakken, brengt IGEMO gemeenten, kennisinstellingen, lokale bedrijven, mobiliteitsaanbieders en de lokale bevolking rond de tafel om samen de bereikbaarheid te vergroten, de kosten te verlagen en het privégebruik van de auto te verminderen.

Vragen? Opmerkingen? Voorstellen?
U kan steeds bij onze mobiliteitsexperts terecht via Tijs.Veyt@igemo.be en Pieter.Dresselaers@igemo.be.

MOVE, Pentahelix